‘Als we geen geld ontvangen vanuit de politiek, moeten we maar proberen het aan de bezoekers te vragen’, aldus de directeur van kunstruimte Nieuw Dakota in Amsterdam.

 

Romy van der Houven, De Volkskrant, 28 Juli 2024

 

‘Insert coin’ prijkt uitnodigend boven de zilverkleurige muntinworp in de expositieruimte. Het eerste muntje dat in de gleuf verdwijnt, zet de waterstralen van een fontein midden in een archetypische wensput in gang. Wie niet betaalt, ziet alleen een ronde bak water.

 

Na binnenkomst van kunstruimte Nieuw Dakota in Amsterdam-Noord worden bezoekers bij de tentoonstelling (+ Supplementary Fee) gevraagd per kunstwerk een toeslag te betalen. Deze Wishing Well is, net als de overige kunstwerken, geïnspireerd door de centrale rol van geld in de maatschappij. ‘In principe is alles te koop’, aldus directeur Ellis Kat (30).

 

Op de blauwe munten staat een vriendelijk gezicht, niet die van het staatshoofd, maar van de IJslandse kunstenaar Thordur Hans Baldursson (32). Een munt kost 1 euro, en staat gelijk aan het bekijken van een van de vier ‘levende’ kunstwerken in zijn solotentoonstelling. Baldursson: ‘Je hebt minimaal drie muntjes nodig om alles te zien.’

 

Onder druk
Een experiment met een knipoog en een snijdende insteek, zo noemt Kat de tentoonstelling. Ze is benieuwd welk bedrag bezoekers overhebben voor kunst, vooral nu kunstsubsidies in het nieuwe politieke klimaat onder druk komen te staan.

‘Ik bedacht (+ Supplementary Fee) na de verkiezingsuitslagen. Als we geen geld ontvangen vanuit de politiek, moeten we maar proberen het aan de bezoekers te vragen.’

Ook Baldursson is bezorgd over de toekomst van de kunstsector: ‘Wat er nu gebeurt is gevaarlijk. De Nederlandse kunstwereld is juist zo waardevol en levendig.’

 

Betalen met een compliment
Nieuw Dakota deed een aanvraag bij het Mondriaan Fonds voor subsidiëring voor de periode 2025 tot en met 2028 voor een bedrag van 920 duizend euro. Die aanvraag werd met ‘een duim omhoog’ afgewezen. ‘Het fonds reserveert een bepaald bedrag, maar dat is niet genoeg om alle kunstinstellingen met een positief advies te honoreren. Dus het fonds vond onze plannen goed, en toch krijgen we niks. Met een compliment moeten we de komende vier jaar onze kunstenaars betalen.’

Het valt Kat op dat andere sectoren consumenten weten te verleiden om voor het minste of geringste te betalen. Bij kunst ligt dat anders. ‘Daar heerst toch het idee dat het gratis of bijna gratis hoort te zijn. Maar als je uit eten gaat in Amsterdam en om een karafje water vraagt, staat er zo 10 euro extra op de rekening.’

Zeker toeristen smijten geld over de balk, vindt Kat. ‘Bijvoorbeeld als ze geld betalen voor verrekijkers op toeristische plekken, terwijl ze al van het uitzicht kunnen genieten. Daar is dit kunstwerk op gebaseerd.’ Kat wijst naar een donkere lijst aan de muur. Er valt nog niets te zien. ‘Gooi er maar een muntje in’, zegt ze.

Op dat moment wordt het voorste glas doorzichtig, en verschijnt er op haast magische wijze een wandkleed van een IJslands landschap met bergen. Na acht seconden – de gemiddelde tijd dat mensen een kunstwerk bekijken volgens Baldursson – is het beeld als sneeuw voor de zon verdwenen.

Het derde muntje wordt opgeslokt door eenzelfde machine, een paar meter verderop. Een blauwe vlag, het symbool van trots en overwinning, schiet omhoog. Het idee erachter, aldus Kat: ‘Je hoeft je niet in het zweet te werken, geen oorlog te winnen, de vlag wordt voor je gehesen. Als je maar betaalt. En iedereen kijkt ernaar, het is dus ook een beetje een ego-dingetje.’ Geld is macht, dat is de boodschap.

 

Pijnlijk
Bij de opening merkte Kat op dat bezoekers terugliepen om munten bij te kopen. ‘Het heeft een beetje dezelfde werking als een kermis. Mensen willen alles gezien of bediend hebben, de volledige ervaring beleefd hebben.’ In het gastenboek reageren mensen enthousiast én reflectief. Iemand schreef: ‘Pijnlijk, en toch heel tof.’

Het gesprek wordt onderbroken door een schel kabaal. Aan de muur achter Kat beginnen dertien metalen geldbakjes hysterisch en asynchroon, maar toch harmonieus, te draaien. ‘Het werkt op je lachspieren, hè?’, vraagt ze. Elk kwartier worden de levende installaties, geïnspireerd door de geldbakjes bij Nederlandse draaiorgels, automatisch geactiveerd.

Baldursson: ‘Hoe meer muntjes er in de geldbakjes zitten, hoe luider en ritmischer het geluid wordt. Daardoor ontstaat een soort sociale druk om geld in de bakjes te doen.’

 

Tweeluiken
Kat legt uit dat (+ Supplementary Fee) onderdeel is van een artistiek programma: het tonen van tweeluiken. Daarbinnen wordt één thema op twee tegenovergestelde manieren gepresenteerd. De eerste tentoonstelling Alles moet weg, van Dries Verhoeven over winkeldiefstal, belichtte het spectrum van ‘nemen’. Kat: ‘Wat is nou de andere kant van nemen? De bezoeker verleiden zo veel mogelijk te geven.’

Momenteel heeft zij haar hoop gevestigd op het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Op 1 augustus 2024 wordt bekend of Nieuw Dakota de komende vier jaar weer door het fonds gesubsidieerd zal worden. ‘Als het besluit negatief is, ga ik met héél lang zwangerschapsverlof’, grapt Kat. ‘Nieuw Dakota moet dan waarschijnlijk sluiten. Ik zou dat echt een verarming vinden.’

Kat heeft geen plannen om in de toekomst toeslagen te vragen aan bezoekers, maar ‘als het experiment werkt, mogen mensen altijd een extra donatie doen bij de ingang’. Net na de uitslag van het Mondriaan Fonds ontving Kat een berichtje van de directeur dat hij wilde langskomen bij de tentoonstelling. Daarop zei ze: ‘Dat is goed, voor jou kost een kaartje 920 duizend euro.’

 

Thordur Hans Baldursson, (+ Supplementary Fee), Nieuw Dakota, Amsterdam, t/m 29/9.